TRANSGENDER

Ik bad in bad dat ik niet hij was

wanneer ik aan mij zat

ik wou een wulpse vrouwenlijn

de vrouwelijkste zinnenpijn

maar alles om ik heen was man

in taal en praat en daad

God, wat heb ik het gehaat

aantoonbaar hij in mij te zijn

Ik zag hoe ik keek naar mijn beeld

dat in niets op zichzelf leek

Hoe ik altijd eenzaam in die ander was

in het diepste wezen, wezenloos was

Mijn lijf dat scheen te lijken

op hoe het blijkbaar was gegroeid

God, wat heb ik het verfoeid

onzichtbaar zij in mij te zijn

Van hij kon ik niet houden

en zij werd nooit eens liefgehad

Als zij toch eens mocht voelen

wat hij niet meer verdragen kon.

Mijn DNA, een straf en strijd

als de verdraaide waarheid

God, wat verlangde ik naar mij

en van hem in mij af te zijn

Ik slikte alles bont en blauw

Ik keek de spiegel stuk

Ik moest en zou

Ik moest en zou

Zijn

Als

Vrouw